Bladluis lijkt de weg naar elke tuin te kunnen vinden. Het zijn kleine, zachte insecten die zich voeden door de voedingsrijke vloeistoffen uit planten te zuigen. In grote aantallen kunnen ze planten aanzienlijk verzwakken en schade toebrengen aan bloemen en fruit. Bladluis vermenigvuldigd zich snel, dus het is belangrijk om ze onder controle te krijgen voordat de voortplanting begint. In één seizoen kunnen meerdere generaties voorkomen.
Bladluizen zijn klein (volwassenen zijn over het algemeen minder dan 5 mm) en vaak bijna onzichtbaar voor het blote oog. Verschillende soorten kunnen wit, zwart, bruin, grijs, geel, lichtgroen of zelfs roze lijken! Sommige kunnen een wasachtige of wollige coating hebben. Ze hebben peervormige lichamen met lange antennes; de nimfen lijken op volwassenen. De meeste soorten hebben twee korte buizen die uit hun achterste uiteinde uitsteken.
Bladluizen leven al meer dan 200 miljoen jaar op onze planeet. Van de ongeveer 5000 soorten wereldwijd zijn er ook meer dan 800 te vinden in Centraal-Europa. De typische inheemse bladluis is één tot drie millimeter groot, met zeven millimeter is men al een bladluisreus.

Hoewel bladluizen zich over het algemeen voeden met een grote verscheidenheid aan planten, kunnen verschillende soorten bladluizen specifiek zijn voor bepaalde planten.
Bekend en gebruikelijk zijn bijvoorbeeld de rozenluis, de groene perzikluis, bonenbladluizen, koolbladluizen, aardappelbladluizen, groene perzikbladluizen, meloenbladluizen en wollige appelluizen, de gevlekte aardappelluis, de groene komkommerluis en de zwarte bonenluis. De laatste is echter een soort met gastheer verandering. De bonenluis overwintert op ephemera en viburnum en valt dan in het voorjaar bonen, aardappelen en bieten aan.
Keer op keer worden nieuwe soorten geïntroduceerd uit verre streken. Het meest dramatische voorbeeld is de phylloxera uit Amerika, die in de 19e eeuw bijna de hele Europese wijnbouw vernietigde. De jongste immigranten zijn de Amerikaanse lupineluis en de Russische tarweluis.
Bladluis verschijnt in het voorjaar vaak uit het niets en ze gebruiken hun stekende, zuigende monddelen om de jonge bladeren en scheuten van veel planten aan te vallen.
Bladluis maakt het tuinliefhebbers elk jaar opnieuw weer moeilijk, omdat het een van de meest voorkomende plantenplaag is. Binnen zeer korte tijd kunnen gele, groene, roodachtige, of zwarte bladluizen uitgroeien tot enorme kolonies. Ze tasten de bladeren en jonge scheuten aan met hun zuigende monddelen.

Er schuilt ook nog een gevaar in de bladluizen, want tijdens het zogen brengen ze gevaarlijke ziekteverwekkers over, met name plantenvirussen. Vooral fruitbomen kunnen hierdoor worden aangetast. Bij hun maaltijd halen bladluizen niet alleen voedingsstoffen uit de planten, ze kunnen ook de prikwonden infecteren met virussen, die vooral in de landbouw aanzienlijke schade kunnen aanrichten. Voorbeelden zijn de aardappelstreepziekte en het gerstgele dwergvirus, dat tarwe en gerst verzwakt. Aangetaste delen van het veld zijn goed te herkennen aan groeiresten en gele kleur.
Mieren komen af op het zoete honingdauw dat bladluizen uitscheiden. Honingdauw is het teveel aan suikers dat bladluizen niet nodig hebben. Ze scheiden het uit en mieren zijn er dol op. Hebben je planten bladluis dan is de kans groot dat er ook een hele kolonie mieren op af komt voor het opnemen van de honingdauw.
Bladluis kan zich razendsnel voortplanten doordat het eistadium ontbreekt. Het zijn levendbarende wezens en kunnen soms 15 tot 20 generaties per jaar ter wereld brengen.
Volwassenen bladluizen hebben meestal geen vleugels, maar de meeste soorten kunnen een gevleugelde vorm ontwikkelen wanneer populaties overvol raken, zodat wanneer de voedselkwaliteit eronder lijdt, de insecten naar andere planten kunnen reizen, zich kunnen voortplanten en een nieuwe kolonie kunnen stichten. Bladluizen voeden zich meestal in grote groepen, hoewel je ze af en toe alleen of in kleine aantallen kunt zien.

Nimfen en volwassenen voeden zich met plantensappen, stengels, knoppen, bloemen, fruit en/of wortels, afhankelijk van de soort. De meeste bladluizen houden vooral van sappige nieuwe groei. Sommige, zoals de groene perzikluis, voeden zich met een verscheidenheid aan planten, terwijl andere, zoals de roze appelluis, zich richten op een of slechts enkele planten gastheren.

Zie hier al onze producten tegen bladluis
Ik stel het erg op prijs dat je dit artikel hebt gelezen. Ik help je graag met informatie die voor jou zinvol is, of kan zijn over allerlei soorten ongedierte. Ik kan me voorstellen dat je, je soms zorgen maakt en een vraag wilt stellen over dit of een ander artikel. Ik moedig je aan om jou reactie of vraag hieronder in het commentaarveld te zetten. Ik zal je vraag altijd persoonlijk beantwoorden. Is dit artikel waardevol voor jou geweest, dan kan het dat ook zijn voor mensen in je omgeving. Wellicht vind je het leuk om dit artikel te delen met jouw favoriete sociale netwerk.
Comments are closed.
Ik heb vanaf oktober 2021 in een gespikkelde laurierstruik de bladluizen proberen te bestrijden met groene zeep en spiritus met water. Het was een zachte winter, maar de bladluizen liepen gewoon over de rijp en sneeuw en harde regen ze bleven in grote getalen vooral op mijn tuinmeubelen en schutting kruipen en het vroor niet lang genoeg. Toen kwam er die heftige storm en de luizen leken weg. Weggewaaid? En toen werd het warm en er was een ware explosie van bladluizen trips en witte vlieg. Er zaten twee lieveheersbeestjes op de bank, maar zelfs de luizen kropen over de lieveheersbeestjes heen. Ik wist niet wat ik zag. Ik heb gezocht naar lievebeestjes larven, maar niet gevonden. De struik heb ik gesnoeid en alles in de gft gedaan. Zelfs daar kropen ze uit. Wat een zooitje. Alles zat onder en dus de deksel met plastic en tape afgeplakt en nu maar hopen dat ze erin blijven totdat volgende week de bak word geleegd. Nu denk ik dat de buren ze ook hebben, want zoveel kan toch niet van één struik komen. Ik heb het mijn buren gemeld, maar die doen niets. Dus ik zal wel weer bladluizen krijgen. Heb “ecostyle bladluizen”over de aarde waar de struik stond gespoten, maar ze gaan niet dood en dit middel zal wel niet werken. Er zaten ook witte vlieg en trips op de bladeren.
Ik heb de tips gelezen, maar veel middelen die vroeger werkte mogen niet meer gebruikt worden. Lavendel planten? Die staan er, maar ze kruipen gewoon overal overheen. Mieren zie ik nog niet, maar al jaren doe ik daar niets aan als ze maar niet in huis komen gewoon met rust laten. Alleen binnen event. mierenlokdoosjes zetten, maar dat doe ik buiten niet. En anders met koud water spuiten en de mussen laten genieten vd vliegende mieren. Maar deze groene bladluizen zijn echt harde overlevers die deze winter gewoon bleven voortplanten.
Ik maak me zorgen, want dit soort ongedierte zit ook op granen en groente en fruitbomen. Het lijkt wel een nieuw soort bladluis. En ook is hier dichtbij een amateur tuinders vereniging.
Met vriendelijke groeten,
Jeanne-Marie Wester
Beste Jeanne-Marie, hartelijk dank voor het delen van je ervaring met bladluis. Wellicht is het zinvol om eens te laten onderzoeken of je wel echt met bladluis hebt te maken. Je kunt bij het KAD laten determineren. Als je zeker weet wat het voor beestjes zijn dan kun je ook gericht actie ondernemen. Nogmaals dank en succes François.
Ik ga één van uw middeltjes zeker uitproberen. Heb maar een kleine tuin, maar bladluis voelt zich hier ook thuis!