
Dit artikel belicht de rouwvlieg, een klein plaaginsect dat schade aan kamerplanten veroorzaakt door zijn larven. Het behandelt het herkennen, de leefwijze en effectieve bestrijdingsmethoden van de rouwvlieg, zoals het drooghouden van potgrond en het inzetten van natuurlijke vijanden zoals aaltjes. Het belang van nieuwe potgrond bij het verpotten wordt eveneens onderstreept om verdere verspreiding te voorkomen.
Volwassen rouwvliegjes leggen eitjes in de potgrond van kamerplanten, waaruit larven komen die zich voeden met dode plantenresten en de wortels. Deze larven vreten aan de wortels van je plant, waardoor de plant verzwakt. Het verwijderen van dode plantenresten uit de potgrond vermindert de voedingsbron voor de larven. Voor de bestrijding van rouwvliegjes zijn aaltjes effectief; zij vallen de larven aan en voorkomen verdere schade.

Om rouwvliegjes te bestrijden helpt het de potgrond uit te laten drogen zodat hun leefomgeving minder aantrekkelijk wordt. Inzetten van natuurlijke vijanden zoals aaltjes richt zich direct op het aanvallen van de larven. Gebruik bij verpotten of nieuwe planten altijd een nieuwe zak potgrond om verspreiding van de plaag naar andere planten te voorkomen.

Rioolvliegen onderscheiden zich duidelijk van fruitvliegen, die kleiner zijn en glanzend bruin, en groene vliegen, herkenbaar aan hun metaalachtige groene kleur. Terwijl rioolvliegen zich ontwikkelen in organisch afval en verstopte afvoeren, zoeken fruitvliegen rijpend fruit op en prefereren groene vliegen rottend vlees. Dit onderscheid in leefomgeving en uiterlijk maakt het mogelijk de verschillende soorten volwassen vliegjes van elkaar te scheiden.